Waterspanningmeter

Eén van de meest voorkomende meettechnieken aan waterkeringen is het gebruik van waterspanningsmeters of piëzometers. De term piëzometer wordt gebruikt om een sensor aan te duiden die afgedicht geplaatst is in de ondergrond, zodanig dat deze alleen reageert op het omringende grondwater en niet op het grondwaterniveau op andere diepten. Deze input van deze sensors is van essentieel belang voor stabiliteitsmetingen en stabiliteitsmonitoring. Ook voor het monitoren van de effecten van grondverbetering zoals verticale of zanddrains kan de piëzometer gebruikt worden.

Een voorbeeld van een piëzometer is het vibrating wire type. De optredende grondwaterdruk wordt gemeten met behulp van een ‘trillende snaar’ (vibrating wire) drukelement dat is ingebouwd in een conus. Via twee filters in de conus wordt het poriënwater in contact gebracht met het membraan van het drukelement. Aan de binnenzijde van het drukelement zit een snaar gespannen tussen het membraan en de vaste zijde van het drukelement. De verplaatsing van het membraan door verschillen in de waterspanning zorgt voor een meetbaar spanningsverschil in de snaar.

De opnemer kan met standaard wegdrukmaterieel op de gewenste diepte worden geplaatst. Om voor de invloed van temperatuurvariaties te compenseren, is de waterspanningsmeter voorzien van een temperatuursensor. De waterspanningsmeter meet absolute waterdrukken, zodat deze meter gevoelig is voor luchtdrukvariaties. Om deze reden dient gelijktijdig met de uitlezing van de waterspanningsmeter de heersende luchtdruk te worden bepaald. Bij plaatsing van de waterspanningsmeter is het vaak wenselijk ook de verplaatsing van het instrument te controleren. Via een 4-aderige elektrische kabel kan het signaal direct worden uitgelezen met een standaard uitleesunit.

Waterspanningsmeters kunnen ingedeeld worden in klasses aan de hand van de specificaties van de desbetreffende waterspanningsmeter. Dit is weergegeven in het figuur hieronder.