Effectieve Dijkmonitoring

Dijkmonitoring levert informatie over de conditie van de dijk, in zijn huidige staat maar ook zijn eerdere staat en zijn te verwachten staat, bijvoorbeeld onder extreme omstandigheden. Op deze manier kunnen eindgebruikers gefundeerde beslissingen maken om de vereiste hoogwaterbescherming te leveren. In deze benadering is dijkmonitoring niet hetzelfde als een geïnstrumenteerde dijk. Het verschil zit niet alleen in het selectief en doordacht toepassen van sensortechnologieën, maar ook in de kennis van de potentiële faalmechanismen, het meewegen van praktijkomstandigheden (zoals verwachte belastingen) en het koppelen van deze elementen.

Monitoring levert informatie op over het gedrag van een constructie. Dit is niet alleen van belang voor het aspect waarvoor specifiek gemonitord werd, maar ook voor andere aspecten. Zo kan de meting van waterspanningen in de ondergrond van een dijk gedurende enkele weken leiden tot afkeuren van de dijk binnen de toetsing. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de uitkomst van de betreffende toetsronde, maar ook voor het beheer: er zal eerder en vaker geïnspecteerd moeten worden bij ongewoon hoge buitenwaterstanden.

Ook is de verkregen informatie van belang voor het ontwerp van een toekomstige versterking. Daar kan op worden geanticipeerd door meer en langduriger metingen te verrichten, om zo de respons scherper in beeld te krijgen. Omgekeerd kan de observatie van het probleemloos doorstaan van een extreme belasting (bijvoorbeeld extreme neerslag na een natte periode) vanuit het beheer een gunstige invloed hebben op het beheer (met eventueel een verlaging van de inspectiefrequenties) en op de toetsing.

Het monitoren van waterkeringen moet gebeuren op basis van specifieke informatiebehoefte vanuit bestuurder, beheerder of expert en op basis van een specifieke vraag ten aanzien van het gedrag van de waterkering. Het monitoren om het monitoren zelf dient te worden vermeden.