Beschrijving proefopzet

Voor de uit te voeren proeven wordt een nieuw dijklichaam opgebouwd. Dit dijklichaam zal een hoogte hebben van circa 5 m boven maaiveld. Het dijklichaam zal bestaan uit een zandkern met een klei-afdekking. Deze kleiafdekking is 1 m dik aan de polderzijde van de dijk. Aan de andere zijde is deze 0,5 m dik. Aan de polderzijde bedraagt de taludhelling 1:1,5 aan de rivierzijde 1:2,5. Aan de polderzijde van het dijklichaam is op 2 m afstand een bermsloot aanwezig. Deze bermsloot heeft een diepte van 3 m ten opzichte van het maaiveld. De taludhelling van de sloot is 1:1,25.
Grondonderzoek op de exacte locatie van de te bouwen proefdijk levert een meer nauwkeurige beschrijving van de ondergrond.

Beschrijving uitvoering proef

Bezwijken is in deze proef gedefinieerd als het optreden van minimaal 20 cm vervorming ergens langs het beoogde glijvlak. Potentiële instrumentatie dient dus in deze range nauwkeurig te kunnen meten, echter rekening moeten worden gehouden met mogelijk grotere vervormingen. De proefdijk voor het macrostabiliteitsexperiment werd uitgerust met een grote verscheidenheid aan meetapparatuur. Uit de analyse van de meetresultaten blijkt dat beweging en vervorming van de dijk variabelen zijn die al ver van tevoren het bezwijken van de dijk voorspellen. Al 42 uur voor het daadwerkelijk bezwijken van de proefdijk trad deformatie op, precies op de plaats waar de dijk uiteindelijk ook echt bezweek. De toegepaste sensoren bleken elkaar te ondersteunen in de metingen naar het vroegtijdig verzakken van de dijk.