Passieve microgolf radiometrie

Bij Passieve Microgolf Radiometrie (PMR/MIRA) wordt de natuurlijke uitstraling van de aarde in het microgolvenbereik gemeten, met een golflengte van 21 cm. Een radiometer drukt deze uitstraling uit in helderheidstemperaturen. Deze helderheidstemperaturen zijn een functie van de temperatuur, vocht en materiaal van de ondiepe ondergrond tot maximaal 1 meter diepte. Deze techniek is geschikt voor het bepalen van zowel de vochtigheidsgraad in de bodem als de aanwezigheid van anomalieën in de ondergrond, zoals holle ruimten onder dijkbekleding. Het is mogelijk om deze meettechniek toe te passen van zeer korte afstand, maar ook vanuit de lucht. Door de metingen al rijdend of vliegend uit te voeren wordt een gedetailleerde, niet-destructieve, vlakdekkende opname gemaakt.