Radar

Synthetic-aperture radar (SAR) is een vorm van radar waar het gebruik van relatieve beweging tussen antenne en het meetobject centraal staat. Deze meetmethode levert een onderscheidend signaal, dat over de lange termijn een samenhangend beeld geeft. Hierdoor is de resolutie van het meetobject veel fijner dan bij conventionele scan-methoden op basis van straling. Dit komt door de frequentieband. Er wordt een radarbundel uitgezonden door middel van een enkele antenne op een bewegend object, zoals een vliegtuig of een ruimtevaartuig, waarvandaan het meetobject herhaaldelijk wordt belicht door radiogolven met een golflengte variërend van ongeveer een meter tot enkele millimeters. De verschillende echogolven die worden ontvangen door de antenne worden samengevoegd en verwerkt tot een afbeelding van het meetobject.

De meetmethode die wordt gebruikt bij het monitoren van waterkeringen kan ook omgekeerd werken. Hierbij is de antenne op een vaste locatie geplaatst en kan deze over een bepaald tijdframe de vervormingen vastleggen, ook wel Inverse SAR genoemd (InSAR). Het grote voordeel van deze meettechniek is dat er grote oppervlakten kunnen worden bekeken binnen een dusdanig tijdframe dat het mogelijk is om snel veranderingen in de waterkering te observeren. De toegankelijkheid van de waterkering speelt hierbij geen rol, zoals bij handmatige metingen wel het geval is. Nadeel van deze methode is dat je van te voren niet weet waar de reflectiepunten zich bevinden. Radar kan ook worden gebruikt om het vochtgehalte in de ondergrond te meten. Met behulp van de passieve methode met microgolfstraling van circa 1-200 GHz wordt de elektrische geleidbaarheid van materialen gemeten. Hiermee kunnen de materialen aan de hand van de eigen intrinsieke elektrische constante worden bepaald en kan het vochtgehalte worden bepaald. Met deze gegevens kan kwel of droogte in het dijklichaam worden gemonitord. Het gebruik van multi-polarisatie SAR geeft goede resultaten met het opsporen van kwel in waterkeringen.