Zettingsvloeiing, ook wel oever-, plaat- of dijkval genoemd, is één van de faalmechanismen waarop dijken in Nederland beoordeeld worden. De locatie van de proef is de Plaat van Walsoorden in de Westerschelde. Onder zo natuurlijk mogelijke omstandigheden, wordt tijdens deze proef een zettingsvloeiing opgewekt. Dit gebeurt door het geleidelijk steiler maken van een gedeelte van het onderwatertalud door het wegzuigen van zand met behulp van een baggerschip. Traditionele en nieuwe meet- en voorspelsystemen worden tijdens de grootschalige proef getest. Zo wordt vanaf peilboten, vanuit de ondergrond en vanuit de lucht met diverse meetsystemen een beeld verkregen van de ontwikkeling van het zandoppervlak door de tijd.
Door te meten wat er voor, tijdens en na de proef gebeurt wordt waardevolle kennis opgedaan om het optreden van zettingsvloeiing beter te kunnen voorspellen. Daarnaast gaat het om kennis over het gebruik van de ingezette sensor- en datasystemen. Nauwkeurige en hoogfrequente metingen, dataverwerking, datavisualisatie en modellen van de deelnemende bedrijven dragen bij aan betere voorspelling van zettingsvloeiingen.
Zettingsvloeiing is een van nature optredend mechanisme. In Nederland komt het voor in Zeeland, Zuid-Holland en de Waddenzee. Ook buiten Nederland is het een veelvoorkomend faalmechanisme, bijvoorbeeld in de Lower Mississippi. Het is een vorm van instabiliteit van onderwater taluds (vooroevers), waarbij in korte tijd een grote hoeveelheid zand als een dikke vloeistof wegstroomt. Vindt een zettingsvloeiing plaats nabij de oever, dan kan dat zorgen voor afkalving van de oever en tot ernstige schade aan de waterkering leiden (dijkval). De schade als gevolg van een zettingsvloeiing is over het algemeen veel groter dan bij een ‘normale’ afschuiving.
De Nederlandse zee- en rivierdijken worden periodiek getoetst op onder andere het gevaar voor zettingsvloeiing. Het afkeuren van een waterkering op dit mechanisme brengt zeer kostbare maatregelen met zich mee. Bepaalde dijkgedeelten in Nederland staan daarom al op de planning om aangepakt te worden. Met de opgedane kennis uit de proef kunnen deze verbeteringen worden geoptimaliseerd.