Tijdens de droge zomer van 2003 verschoof eind augustus in Wilnis een veenkade. Enkele dagen later volgde de afschuiving van een veenkade nabij Terbregge. Uiteindelijk vonden gedurende de nazomer van 2003 op circa 50 locaties verspreid over het land serieuze scheurvormingen of vervormingen van (veen-) kaden plaats. De langdurige droogte vormde een belangrijke oorzaak voor deze doorbraken en vervormingen. Op basis van deze gebeurtenissen is “langdurige droogte” als belastingssituatie geïdentificeerd.
Direct na de identificatie van langdurige droogte als nieuwe belastingssituatie dienden de waterschappen op korte termijn grote lengtes kadestrekkingen te inspecteren. Dit resulteerde in een enorme inspanning. In 2004 is daarom de vraag gesteld welke technische hulpmiddelen de visuele inspectie van veenkaden konden ondersteunen. Daaruit is geconcludeerd dat inspectietechnieken (in theorie) een belangrijke (ondersteunende) bijdrage kunnen leveren aan de inspectie van verdroogde veenkaden. Echter er was weinig ervaring met de (on)mogelijkheden van deze inspectietechnieken in de praktijk.
Ten opzichte van 2004 waren er veel ontwikkelingen geweest m.b.t. de meet- (inspectie) technieken. Op basis daarvan was het zinvol om vast te stellen op welke wijze deze technieken kunnen bijdragen aan bovengenoemde problematiek. Doelstelling was daarom:
“Vaststelen welke meettechnieken de effecten van verdroging (droogtegevoeligheid) van de veenkade kunnen volgen”.
De meetlocatie, de kade de Veenderij, is ingericht in 2011 – 2012. De locatie ligt in het beheersgebied van Waternet. De Veenderij ligt even ten zuidwesten van Amsterdam en grenst aan een watergang van de Klein Duivendrechtsche Polder.