Sonderingen en boringen
Sonderingen en boringen worden gedaan om inzicht te krijgen in de bodemlagen onder de dijk.
Bij een sondering wordt een kegelvormige punt (de conus) de grond ingedrukt. De conus meet de weerstand die het voelt bij het wegdrukken van de grondlaag. Aan de hand van de resultaten wordt bepaald hoe de bodemopbouw eruitziet. Verder geeft de sondering inzicht in de draagkracht van verschillende grondlagen. In bepaalde gevallen kan bij een sondering ook de waterspanningen worden opgenomen met waterspanningsmeters rondom de conus.
Bij een boring kunnen verschillende typen boren worden toegepast, zoals een avegaarboring of een pulsboring. Uit de boringen kunnen boorbeschrijvingen worden bepaald van de grondopbouw. Bij een bepaald type boringen kunnen ook ongeroerde monsters worden afgenomen voor nader onderzoek in het lab.
Bij het plaatsen van peilbuizen en waterspanningsmeters moeten ook boringen uitgevoerd worden. Dit geeft dan ook direct extra informatie voor een monitoringspunt.
- In situ